Wellicht interessant om eens te laten zien hoe ik de vleugels voor mijn F5J-modellen bouw. In de loop der jaren werd dit mijn methode. De laatste winters bouw ik steeds een nieuwe versie van het model genaamd Next Flash (vroeger had ik een serie genaamd Flash). Nu ben ik bezig met versie 5.
Uitgangspunt is een massieve vleugel, opgebouwd uit een schuimkern en ingedekt met balsa en glasdoek/epoxyhars.
De huid wordt eerst gemaakt op een glazen plaat. Hierop wordt eerst 50 grams glasdoek met verdunde epoxyhars aangebracht, waarop de huid uit samengestelde 1,5 mm plankjes licht balsa komt, waarna het geheel in een vacuümzak (met koelkastcompressor) 24 uur uithardt. Het resultaat is een gladde “afspiegeling” van het glas. Verdere afwerking is niet meer nodig.
De glazen plaat is 165 cm lang, waardoor de maximale lengte van een paneel 160 cm is. Met twee tippen van een meter (de lengte van balsa plankjes) wordt de spanwijdte 360 cm.
Profielen teken ik met het computerprogramma Profili, al of niet ergens anders vandaan gehaald. Met wat handigheid kan je diverse profielen onder verschillende omstandigheden vergelijken en een keuze (de beste??) maken. Van de gekozen profielen worden uit 1 mm epoxyplaat nauwkeurige snijmallen gemaakt en zeer glad afgewerkt. Voor het middelstuk zijn dat er twee (24 en 21 cm koorde) en de tippen ook twee (met die van 21 ook van 17,5 en 14 cm). Blokken polystyreenschuim worden op de buitenmaten voorgesneden. De lichte V-stelling in het middendeel komt door de buitenmal 1 cm hoger in het blok te plaatsen. De buitenste mal bij de tippen staat iets negatief.
Het snijden gaat met een via een transformator verwarmde draad, waarbij de boog aan het plafond hangt en door een geringe kracht als vanzelf door het blok gehaald wordt; eerst de bovenkant, daarna met dezelfde mallen in dezelfde opstelling de onderzijde.
Aan het einden van het middeldeel en van de tippen komt een 2 mm multiplex rib met hierin een correcte plaatsing onder een hoek van 2,5 graden van de koolstof pijpjes, waar later de koolstofpen voor de verbinding in komt.
In de schuimkern wordt gleuven gesneden, waar boven en onder de koolstofligger in gevormd wordt tot en met de pijpjes. De gleuf liever iets te ruim maken en later opvullen met Alabastine. Waar de scheiding tussen vleugel en rolroer/flaps komen een 6 mm balsa ligger aanbrengen plus een 6 mm neuslijst lijmen. Voor de vier servo’s worden holtes voorbereid. De elektrische verbinding voor de servo’s aanbrengen plus een versteviging waar de bevestigingsbouten voor op de romp komen.
Nu komt het moment dat de voorbewerkte buitenhuid met de kern samengevoegd wordt. Ook dit weer in de vacuümzak. Beide zijden weer met verdunde epoxyhars voorbewerken en op de juiste plaats op elkaar in de zak brengen en laten uitharden. De boven- en onderzijde van het snijblok worden gebruikt om op de vlakke vloer het geheel in de juiste stand en onder verzwaring uit te laten harden. Op de foto zijn de tippen juist uit de zak gekomen en is het middeldeel gereed om erin te gaan.
De randen worden bijgewerkt en voor de neuslijst komt een 5×2 mm vuren stootlijst. Daarna wordt de vleugelneus bijgeschaafd en geschuurd, hetgeen met een aantal mallen gecontroleerd wordt. Tipvorm bijwerken.
Dan 1 mm triplex ribben tegen de uiteinden. De roeren uitsnijden, onbedekte kanten de vleugelneus harsen en de roeren met scharniertape bevestigen, servo’s installeren, stekkers aanbrengen bij de overgangen middendeel-tip en –romp. De aansturing van de roeren vindt binnen in de vleugel plaats.
De romp koop ik; het V-stabilo is uit harder groen styrodur schuim zonder balsa indekking. De glasdoekhuid komt onder vacuüm rechtstreeks op de kern.
Peter Keim
De hele serie foto’s is terug te vinden via deze link